Ik u ook
Omdat het woord ook besmettelijk is, maakten we postkaarten en affiches vol liefde.
copy campagne • postkaarten • affiches
Wanneer de liefde niet tactiel mag zijn, heeft ze woorden nodig om zich te uiten. Woorden om uw onbereikbare liefde te serenaderen. Woorden voor uw verre, van bezoek verstoken oma en voor de vrienden waarmee ge niet aan de toog hangt. Woorden ook voor het mooie Franse meisje van de koffiebar op de hoek, dat elke dag hartjes in uw cappuccino schildert.
→ een manifest
Pleidooi voor braille — ofte: blind zijn is niet erg, als we maar blijven voelen
Eén man in China eet op de markt een broodje vleermuis. Vandaag ligt heel de wereld in de lappenmand. Dat noopt tot nadenken over dingen die onzichtbaar zijn.
Het virus ontsnapt aan ons waarnemingsvermogen en legt tegelijkertijd een aantal onzichtbaarheden bloot. “Niets bestaat dat niet iets anders aanraakt” schrijft Jeroen Brouwers. Hij heeft gelijk. We zijn allemaal met elkaar verbonden.
Het bewijs: we vinden het raar om elkaar geen zoen te geven, zelfs geen hand. We zitten in de knoop als we het 90ste verjaardagsfeest van onze oma moeten afgelasten, uit angst dat een hoestbui de 91ste editie ondergraaft. Dit onooglijk kleine virusje maakt ons duidelijk hoe fragiel we zijn. En hoe weinig we die kwetsbaarheid zien, laat staan erkennen. We zijn geen oppermensen, koning over de dieren en alle planeten die dicht genoeg liggen om er naartoe te vliegen. We zijn stukjes aan elkaar genaaid vlees die genadeloos onderuit gehaald kunnen worden door iets wat we zelfs niet kunnen zien.
Zal het ons dagen hoe hard we de dame van het meeneemkoffiehokje op het perron missen? De pinten in ons stamcafé? En zullen we dan meer effort doen voor de onzichtbare kwetsbaren, zonder verzekering in de VS of zonder iets op Lesbos? En voor al degenen die nu even onzichtbaar als onvermoeibaar de boel blijven recht houden. De trambestuurders die blijven rijden, de zorgsector die de armen wijd open houdt, de Deliverootjes die een tandje hoger schakelen, de vroedvrouwen die kleine levens nog omzichtiger behandelen.
Misschien wel. Misschien worden we wel wat liever voor elkaar. Ook voor de vele kleine schouders die we niet opmerken, maar die naast het hunne ook nog eens ons gewicht torsen. Die rekkenvullers en postbodes die gewoon doorgaan. Zij hebben de keuze niet om van thuis te werken. Dat het volgens de cijfers net deze vele kleine schouders zijn die het vaakst ziek worden is evenmin een keuze. Wat wel een keuze is, is hoe we de weelde verdelen.
Herinnert ge u Merlijn de Tovenaar? Er zit een scène in de Disneyfilm waarin Merlijn het aan de stok heeft met Min, de heks. In een alsmaar escalerend crescendo van een duel trachten de twee tovenaars elkaar te overtroeven. Min verandert in een krokodil om Merlijn te kunnen opeten, maar die is haar te slim af door te verstenen tot schildpad. De schildpad wordt een rennend konijn, de krokodil een vos. Het konijn een petieterige rups, de vos een pikgrage kip. Enfin. Geiten, olifanten, neushoorns, ze passeren allemaal de revue tot Min in een draak morpht en het game over lijkt voor Merlijn. Maar het zou Disney niet zijn als Merlijn niet nog een trucje achter de hand had. Geen zevenkoppige draak of een eenogige reus — hij is slimmer dan dat. Merlijn verandert in een microbe, een minuscuul klein stukje onzichtbaarheid. Zonder er erg in te hebben, ademt de draak hem in en hoest zich te pletter. Einde duel.
Tekenfilms kunnen profetisch zijn. Aan dit begin van het tweede decennium van het tweede millennium wil alles groeien omdat de rest ook al zo groot is. CEO’s krijgen onder hun voeten van hun algemene vergadering — niet omdat er geen winst is, maar omdat de winst niet groot genoeg is. In het tijdsgewricht van blinde globalisering en kolossale wedlopen is het aan het kleinste organisme om iedereen nog eens bij de les te roepen. Om ons te wijzen op hetgeen aan onze blik ontsnapt: de waarde en waardigheid van zij die onzichtbaar maar onmisbaar zijn.
Als we nu even goed en doortastend voelen wat we niet kunnen zien, dan valt het misschien te vergeven dat we blind zijn geweest voor wat er echt toe doet. Als we goed voelen, kunnen we de braille misschien lezen. Als we goed voelen, dan kunnen we nieuwe ideeën articuleren. En daar heeft het woord zijn waarde, want niets zo goed gemaakt als het woord om een idee van poten en oren te voorzien.
→ Met liefde geschreven door Jill Mathieu, Nicolas Marichal, Annelies Desmet & Anthony Bosschem